Gezamenlijk, Wim, Toon, Gerrit en ik, vertrokken we met de trein vanaf Weesp naar Amsterdam. Wim, onze “reisleider” stippelde de route uit. Wij kwamen ruimschoots op tijd aan bij het bezoekerscentrum van de Nederlandse Bank. Nadat we ons gemeld hadden konden we een heerlijk kopje koffie nemen. Aan een mooie grote brede tafel werden de borden opgesteld. De kleinste van ons moest zelfs tijdens het spelen gaan staan om de stukken te verzetten op de achterste rijen. Na een half uurtje komt onze speciale gast, broer Tom, om te zien of zijn zusje en de anderen nog redelijk kunnen schaken. Ondanks dat hij niet op “de lijst” staat, weet hij na speciale instructies toch binnen te komen. Hij kan mijn schaakspel bekijken op bord 3. Het gaat lange tijd gelijk op. Op de andere borden is het spel goed in evenwicht. Ik sta zelfs een paar pionnen voor. Maar helaas tijdens het eindspel gaat het weer mis (onze gast meldt mij na afloop wat de winnende zet zou zijn geweest en waar het mis is gegaan) Vervolgens biedt Toon remise aan op bord 2. Zijn tegenstander twijfelt, maar neemt het aanbod niet aan. Wim is te recht gekomen in een zeer ingewikkeld spel op bord 1. Eén pion wordt wel 4 à 5 keer verdedigd en aangevallen. Het gaat lange tijd goed totdat Wim zijn dame verzet waarna een vork met het paard volgt op dame, toren en koning. We staan 1,5 punt achter. Gerrit speelt rustig zijn partij op het 4e bord. Mijn tegenstander meldt dat daar een punt voor MSK zal worden behaald. En ja hoor, even later geeft Gerrit zijn tegenstander op. Als laatste is Toon nog in strijd met zijn tegenstander. Toon dwingt af, dat er steeds dezelfde zetten worden gezet, zijn tegenstander komt er niet doorheen. Toon krijgt alsnog een remise als beloning. Zo gaan we weer op terugreis, helaas met een verlies, maar het had net zo goed een winst kunnen zijn.
Renée
Naschrift: Aangezien alle buren aan het Frederiksplein toch elkaars sleutel hebben en nog wat kookboeken aan een neefje beloofd had, liep ik nietsvermoedend de Nederlandse Bank in en trof in een ogenschijnlijk verder verlaten ruimte zuslief met drie teamgenoten en vier tegenstanders aan, en iemand die boekjes zat te lezen, waarschijnlijk een wisselspeler voor als er eentje geblesseerd zou worden. Wim zat op het eerste bord te schuiven tegen iemand die intimiderend met een boekje van Het Witte Paard uit Haarlem zat, maar wellicht was het een toevallige bezoeker die niet tijdig de uitgang had gevonden en pas na een partij naar huis mocht. De tegenstander probeerde vanuit een gelijke stelling wat overwicht te krijgen en Wim moest kiezen tussen het centrum openen met wat tactische kansen, waarvan niets door leek te slaan, maar de tegenstander toch nerveus werd dat ik kennelijk lang daarnaar zat te kijken. Maar ja, met nog maar vier borden heb je nu eenmaal als toeschouwer alle tijd. Wim deed het niet, gokte op het vastzetten en hopen dat ie er niet door zou komen maar dat leek me de keuze voor een langzame dood, mij te passief – maar ik was dan ook meer van de niet correcte actie. Toon zat ook al passief tegen een stelling aan te kijken, maar wel eentje waar je als tegenstander weinig mee kunt zonder hulp. Aan de uitslag te zien heeft Toon die niet geboden heeft. Heel goed, wederom, mij te passief. Nee dan de laatste twee borden, daar was de actie. Gerrit had een stelling met tegengestelde rochades waarbij de koning van de tegenstander zomaar onder voor zou kunnen komen (eerst even de g pion ondersteunen en dan de h pion naar voren). De tegenstander ging daarom maar wat afruilen, maar daarmee bleef er een veel makkelijkere en vast gewonnen positie over voor Gerrit. Ik neem aan dat hij wat los zand heeft geïncasseerd en daarna het punt. Renée had een stelling waarbij ze zomaar f4-f5-f6 kon spelen – vast een familietrekje, ooit beweerd iemand dat ik best een sterke schaker had kunnen worden als ze maar mij f-pion zoude vastlijmen. De tegenstander hield kennelijk ok van actie, offerde een pion voor het even buiten spel zetten van een toren en een batterij op de g-lijn. Nu zou Renée rustig de g-pion kunnen gaan verstreken op g2 of zoals nu lekker scherp op zoek naar problemen en hopelijk glorie g2-g4 (koning op h2) kunnen spelen, terwijl er toch twee torens en een loper op g4 gericht waren. De tegenstander voerde de druk nog op met een pion op h5 voor de viervoudige aanval op g4 – maar ach als die pion zou vallen, zou een veelbelovend eindspel overblijven met ieder een toren en een pionwinst voor Renée op a7. Niet onbegrijpelijk dat er toch wat angst voor alle dreigingen in sloop, wat naar ik later begreep de partij kostte. Maar wie weet klopt er niets van de observaties en bespiegelingen van een oud-schaker!
d.d. 15 oktober 2018